Na al het digitale contact wilden we graag weer eens ruimte bieden voor fysieke dialogen. Daarom kwamen we bij elkaar op 21 oktober voor de Netwerkbijeenkomst van de Regionale Energiestrategie West-Brabant in het Breepark in Breda.
Met ruim 80 deelnemers was het een geslaagde en inspirerende middag. We luisterden naar goede voorbeelden, deelden uitdagende dilemma’s en bedachten creatieve oplossingen. Live tekenaar Luuk Poorthuis maakte tijdens de middag een beeldverslag.
Bekijk hieronder de programmaonderdelen.
Ragnhild Scheifes, ‘De heldenreis van de Traaienaren’
- Antropoloog Ragnhild Scheifes deed afgelopen anderhalf jaar onderzoek in Terheijden. Ze ging op zoek naar de succesfactoren en schreef een antropologisch verslag. Zij deelt haar inzichten en laat zien hoe het lukt om een gemeenschap in beweging te krijgen.
- Bekijk de presentatie van Ragnhild
Han van Osch, ‘Onderwijs in beweging’
- Han neemt ons mee in de onderwijsvernieuwing rondom de energietransitie binnen de Avans Hogeschool. Er liggen kansen om nieuwe verbindingen te leggen.
- Bekijk de presentatie van Han
We gingen met elkaar in gesprek aan 6 gesprekstafels:
- Betaalbare warmte
- Slimme koppelingen met laadinfrastructuur
- Energietransitie op bedrijventerreinen
- Energieneutraal maken van woonkernen
- Het grotere plaatje van de energietransitie
- Opzet burgerforum regio West Brabant, bekijk de presentatie van Amir Nazar
Afgelopen 30 juni heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak gedaan met gevolgen voor de aanleg van windmolenparken op land. Wat betekent deze uitspraak voor gemeenten, regio’s en provincies? En welke gevolgen heeft deze uitspraak voor de RES’en?
NPRES, IenW, EZK, VNG, IPO, en RVO zetten zich samen in om deze vragen te beantwoorden en om zoveel mogelijk kennis en ervaring te gaan bundelen en delen.
De Raad van State oordeelt in de uitspraak dat de algemene regels voor windturbines in het Activiteitenbesluit milieubeheer (Abm) en de bijbehorende Activiteitenregeling milieubeheer (Arm) voor windturbineparken (windturbinebepalingen) niet gelden. Voor deze algemene regels had namelijk op grond van EU-recht een planmilieueffectrapport (planmer) moeten worden gemaakt. Het proces voor zo’n planmer wordt nu gestart, maar duurt een kleine twee jaar.
Voor nieuw te vergunnen windturbineparken bestaat de mogelijkheid om in een bestemmingsplan of omgevingsvergunning zelf gekozen normen te hanteren. Zo lang geen planmilieueffectrapport is gemaakt voor de algemene regels kunnen aldus toch nieuwe windturbineparken mogelijk worden gemaakt.
Wat betekent dit voor de RES?
Met betrekking tot de RES, zeker net na vaststelling van de RES 1.0 op 1 juli jl., zijn er een tweetal vragen die direct relevant zijn om te beantwoorden, en ook al veelvuldig zijn binnengekomen namelijk:
1. Is de RES 1.0, nu het door de verschillende gemeenteraden en Provinciale Staten is vastgesteld, een besluit dat vatbaar is voor bezwaar?
Antwoord: De RES is geen besluit in de zin van de Awb, omdat de beslissing niet op rechtsgevolg is gericht. De vaststelling van de RES door raden en Provinciale Staten verandert dat niet.
2. Heeft de recente uitspraak van de Raad van State nog invloed op het punt dat de RES geen besluit is dat vatbaar is voor bezwaar?
Antwoord: De recente uitspraak over het windturbinepark verandert niets aan het rechtskarakter van een RES. Een RES blijft een niet op rechtsgevolg gerichte beslissing.
Er komt een planmilieueffectrapport voor algemene regels
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft aangegeven aan de slag te gaan met het opstellen van een planmilieueffectrapport. De verwachting is dat dit traject ongeveer 1,5 tot 2 jaar zal duren. In de tussentijd komt er meer last bij gemeenten en provincies te liggen om een eigen afweging te maken. Gemeenten of provincies moeten zelf besluiten welk milieubeschermingsniveau zij willen bieden.
Ook betekent de uitspraak dat het ruimtelijke proces om te komen tot vergunningverlening complexer wordt en langer gaat duren. Daarom heeft de Staatssecretaris van Klimaat en Energie (ministerie van EZK) erop aangedrongen dat er vanuit het Rijk alles gedaan wordt om de decentrale overheden en partners zo goed mogelijk te ondersteunen in dit hele proces.
Ondersteuning voor regio’s bij verdere ontwikkeling windparken
Om antwoord te geven op de vele vragen die vanuit de regio’s in het gehele land leven werken NPRES, IenW, EZK, VNG, IPO, en RVO actief samen. Door samen te werken en kennis en ervaring te bundelen wordt voorkomen dat lokale normen teveel van elkaar gaan afwijken.
Inrichting kennisgroep
Met de samenwerkende partijen zoals hierboven genoemd, wordt een kennisgroep ingericht voor de ambtenaren van gemeenten, provincie en rijk die rechtstreeks gevolgen ondervinden van deze uitspraak. In deze kennisgroep wordt een aantal projecten juridisch ondersteund bij het opstellen van een eigen normering. Met deze opgedane kennis en ervaring wordt een leidraad ontwikkeld die inhoudelijke- en procesinformatie gaat bieden waarmee ook andere, nog te vergunnen, parken verder gebracht kunnen worden.
Hieronder een overzicht van informatiebronnen en aanvullende acties die uitgezet worden.
- Vanuit de Rijksoverheid is informatie beschikbaar gesteld op www.infomil.nl/windturbineparkenuitspraak. Hier worden de meest recente ontwikkelingen geplaatst, zijn interessante documenten te vinden en worden veelgestelde vragen beantwoord. Hier wordt ook toegelicht wat de uitspraak betekent voor de windparken in verschillende fasen.
- Heeft u als bevoegd gezag vragen over milieu wet- en regelgeving, dan kunt u contact opnemen met de helpdesk van Infomil.
- Voor andere vragen over windprojecten en de regionale energiestrategieën kunt u contact opnemen met de expertpool van NP RES.
- In september en oktober worden kennisdeelsessies georganiseerd met juridische experts en adviseurs waar vragen worden besproken en informatie wordt opgehaald hoe de bevoegde gezagen omgaan met de gevolgen van deze uitspraak.
De uitnodigingen voor de kennisgroep en de kennisdeelsessies worden via NPRES en de koepels uitgezet. U kunt ook als regio coördinator contact opnemen met uw NPRES accounthouder als u (of een gemeente in uw regio) wilt deelnemen aan de sessies en of de kennisgroep.
Dit artikel verscheen eerder op de website van het Nationaal Programma RES
Op 15 juni hebben de Gedeputeerde Staten de RES 1.0 van de regio’s West-Brabant, Noordoost-Brabant en Hart van Brabant vastgesteld. Met het vaststellen van de RES’en 1.0 committeert de provincie zich aan de in de regio’s geformuleerde strategieën en ambities om invulling te geven aan de opgave uit het Klimaatakkoord.
Wat betekent dit? De RES West-Brabant is nu door alle regionale overheden definitief vastgesteld. Vanuit de provincie zijn er geen aanvullingen meer gekomen op het addendum. De regio stuurt de RES 1.0 met het addendum nu nog door naar het Rijk. Bij het Rijk wordt doorgerekend of alle plannen voldoende bijdragen aan de ambitie van 35 terawattuur (TWh) in 2030.
Zo krijgen duurzame ambities vorm
De regio’s hebben strategieën en ambities om invulling te geven aan de opgave uit het Klimaatakkoord. In de RES’en 1.0 gaat het vooral om de regionale bijdrage aan de opgave voor decentrale elektriciteitsopwekking door ‘grootschalig zon en wind op land’. Ook bevat de RES een regionale structuur warmte. Het gaat om een eerste inschatting van benodigde infrastructuur en bronnen om de gebouwde omgeving in 2050 van duurzame warmte te kunnen voorzien. De provincie heeft een doorkijk gemaakt over hoe het energiesysteem van de
Aandacht bij de uitvoering
De Gedeputeerde Staten hebben bij het vaststellen van de RES 1.0 wel een aantal aandachtspunten geformuleerd. Ze vragen de regio’s hiermee rekening te houden bij het zoeken naar concrete locaties voor grootschalige opwek van hernieuwbare energie. Het zijn aandachtspunten met betrekking tot energiebesparingsambities, aandacht voor energierechtvaardigheid en draagvlak. Met de RES 1.0 is ook een Uitvoeringsprogramma vastgesteld. In dit document staat uitgelegd wat de overheden samen doen en wat iedereen apart zal regelen. Ook staat beschreven hoe we de uitvoering van de RES gaan versnellen.
We zijn al heel ver bij het realiseren
We zijn al ver bij het realiseren van de duurzame ambities. Als we nu kijken naar alle projecten in de pijplijn, dan komen we in de regio in totaal al aan een opwek van 1,8 TWh. Dit is mede te danken aan de toename van zon op daken. Dit succes heeft ook een keerzijde: de transportschaarste op het elektriciteitsnet.
Er is in niet voldoende netcapaciteit is om plannen tot uitvoering te brengen. Wij maken ons hier zorgen om en vragen hier de komende tijd samen met andere partijen op verschillende manieren extra aandacht voor.
Het tweede grote knelpunt bij de uitvoering is het gebrek aan mensen en middelen bij gemeenten. Gemeenten moeten erop kunnen rekenen dat er de komende jaren extra mensen en middelen zijn om het proces van de energietransitie succesvol te kunnen begeleiden.
Desalniettemin zetten we samen de schouders eronder voor een energieneutraal Nederland. Daar is zo veel positieve energie in gestoken. Nu gaan we doorpakken en volhouden. En daar hebben we iedereen bij nodig.
De RES 1.0 beschrijft keuzes en randvoorwaarden van de 16 gemeenten in West-Brabant, de provincie en het Waterschap. Er staan met name afspraken in over hoe en waar duurzame elektriciteit opgewekt kan worden, over de verduurzaming van de warmtevoorziening – zonder aardgas-, en over de uitbreiding van de energie-infrastructuur binnen de regio. Hiermee draagt West-Brabant haar steentje bij aan de landelijke opgaaf voor duurzame energie. Maar wat betekent dit nu voor West-Brabant?
Webinar voor inwoners en bedrijven terugkijken
Met het webinar ‘Zon, wind en warmte in West-Brabant’ informeert de RES West-Brabant inwoners en bedrijven over het opwekken en inzetten van duurzame energie in de regio. Dit webinar werd op 10 februari 2021 live uitgezonden. Tijdens de webinar kregen kregen inwoners meer informatie over de omslag naar een duurzame energievoorziening. Ook werden de plannen, het proces en gemaakte keuzes voor duurzame energie in de regio West-Brabant toegelicht. Benieuwd naar dit webinar? Je kunt het webinar terugkijken via onderstaande link.
Webinar voor raadsleden en bestuurders terugkijken
Op 11 december 2020 heeft de Stuurgroep RES West-Brabant ingestemd met de RES 1.0. Daarmee ligt de RES 1.0 op dit moment ter besluitvorming bij de individuele besturen. Om raadsleden en bestuurders van de waterschappen en provincie vanuit de regio zo goed mogelijk te informeren over deze RES 1.0 organiseerden wij op 24 februari 2021 een webinar. Deze digitale bijeenkomst voor raadsleden is terug te kijken via onderstaande link.
> KIJK HET WEBINAR VOOR RAADSLEDEN EN BESTUURDERS TERUG
Op 11 december 2020 heeft de Stuurgroep RES West-Brabant ingestemd met de RES 1.0. Daarmee ligt de RES 1.0 op dit moment ter besluitvorming bij de individuele besturen. Om raadsleden en bestuurders van de waterschappen en provincie vanuit de regio zo goed mogelijk te informeren over deze RES 1.0 organiseren wij op 24 februari 2021 een webinar. Deze digitale bijeenkomst zal plaatsvinden van 20:00 uur tot 21:30 uur.
In het webinar behandelen we de RES 1.0. Dit doen we met een afwisselend programma vanuit een professionele studio. Experts en betrokkenen lichten toe wat de toevoegingen en aanpassingen zijn ten opzichte van de Concept-RES. Zij verduidelijken daar waar nodig de plannen, het proces en gemaakte keuzes. En ze belichten de zorgen, voorkeuren en vragen van inwoners en belanghebbenden. Het webinar zenden we live uit via YouTube. Tijdens de uitzending kunt u via de chat vragen stellen. We nodigen u van harte uit om deel te nemen aan dit webinar.
Terugkijken
Update 26 februari 2021 – Het is helaas niet meer mogelijk om u aan te melden voor dit webinar. Inmiddels is dit uitgezonden.
U kunt dit webinar wel terugkijken via onderstaande link.
Hieronder vind je van de 16 West-Brabantse gemeenten een overzicht van datums waarop de RES 1.0 behandeld zal worden.
Gemeenten | Besluitvorming |
Alphen-Chaam | |
College vergadering | 2 maart |
Raadsvergadering | 25 maart |
Baarle-Nassau | |
Collegevergadering | 23 februari |
Commissie Ruimte en Economie | 16 maart |
Raadsvergadering | 31 maart |
Breda | |
Instemming en advies college | 9 februari |
Ambtelijke toelichting in de raad | n.t.b. |
Beeldvormende raad | n.t.b. |
Oordeelsvormende raad | n.t.b. |
Drimmelen | |
Raadsinformatieronde | 1 april |
Opinieronde (ook voor inwoners) | 8 april |
Besluitvormende raad | 22 april |
Etten-Leur | |
Instemming en advies college | 26 januari |
De raad luistert | 8 maart |
De raad debatteert | 22 maart |
De raad besluit | 12 april |
Geertruidenberg | |
Collegebesluit | 2 maart |
Discussieraad | 25 maart |
Besluitraad | 8 april |
Halderberge | |
Collegebesluit | 2 februari |
Commissie | 3 maart |
Raad | 18 maart |
Oosterhout | |
Behandeling directie | 25 februari |
Behandeling college | 01 maart |
Behandeling gemeenteraad | 30 maart |
Rucphen | |
Vaststellen colleges | 10 februari |
Commissie EZ. RO en Milieu | 10 maart |
Besluitvormende raad | 24 maart |
Steenbergen | |
College besluit | 23 februari |
Oordeelsvormende gemeenteraad | 10 maart |
Besluitvormende vergadering | 25 maart |
Woensdrecht | |
Vaststellen college | 9 februari |
Besluitvormende raad | 25 maart |
Zundert | |
Vaststellen college | 2 maart |
Ronde Raad | 23/24 maart |
Besluitvormende Raad | 6 april |
Gemeenten die de RES hebben behandeld:
Altena (twee opties) | |
Collegebesluit | 2 / 9 februari |
Altenaronde (beeldvormend) | 23 februari |
Altenatafel (opiniërend) | 2 maart |
Raadsbesluit | 16 maart |
Bergen op Zoom | |
College vergadering | 9 februari |
Webinar | 22 februari |
Beeldvormende vergadering | 4 maart |
Raadscommissie | 17 maart |
Raadsvergadering | 25 maart |
Roosendaal | |
Vaststellen colleges | 9 februari |
Commissie beeldvormend | 25 februari |
Commissie oordeelsvormend | 4/ 11 maart |
Besluitvormende raad | 18 maart |
Moerdijk | |
Vaststellen college | 26 januari |
Raadsinformatiebijeenkomst | 11 februari |
Commissie Fysieke Infrastructuur | 23 februari |
Besluitvormende raad | 18 maart |
Met gepaste trots presenteert de regio West-Brabant haar Regionale Energiestrategie (RES 1.0). West-Brabant is de tweede regio in Nederland die haar duurzame energie-ambities tot 2030 presenteert. Hiermee draagt West-Brabant haar steentje bij aan de landelijke opgaaf voor duurzame energie. De RES beschrijft keuzes en randvoorwaarden van de 16 gemeenten in West-Brabant, de provincie en het Waterschap. Er staan met name afspraken in over hoe en waar duurzame elektriciteit opgewekt kan worden, over de verduurzaming van de warmtevoorziening – zonder aardgas-, en over de uitbreiding van de energie-infrastructuur binnen de regio.
Bekijk onderaan deze pagina het overzicht met te downloaden documenten.
Landelijke opdracht, lokale samenwerking
Na het Klimaatakkoord van Parijs is het Nederlandse Klimaatakkoord ondertekend. De Regionale Energiestrategie (RES 1.0) volgt nu uit dit landelijke Klimaatakkoord. Hierin spraken Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten af om samen 35 TWh duurzame elektriciteit op land op te wekken en om de warmtevoorziening in de gebouwde omgeving te verduurzamen. De RES is ontwikkeld in een brede samenwerking van gemeenten, provincie, waterschappen en de netbeheerder. Zij blijven de komende jaren samenwerken bij de uitvoering en bij de tweejaarlijkse actualisatie. Nu de RES door de regio is afgerond gaat deze naar de overheden in de regio ter besluitvorming. Naar verwachting ligt er in april een besluit en kan de RES 1.0 worden aangeboden aan het Rijk.
Haalbaar en betaalbaar
West-Brabant heeft de ambitie dat de energietransitie haalbaar en betaalbaar is voor alle inwoners. Met oog voor innovatie en zorgvuldig gebruik van de ruimte. Hierbij verwachten inwoners een stevige rol van de overheid. Ten eerste als initiatiefnemer voor projecten, daarnaast in het zorgen voor financiële arrangementen (subsidies en duurzaamheidsleningen). En tenslotte als verstrekker van betrouwbare informatie.
Voorkeuren en voorwaarden voor duurzame energie
De belangrijkste bronnen van duurzame elektriciteit de komende jaren zijn zon- en windenergie. De RES bevat voorkeuren en voorwaarden over waar zonnepanelen en windturbines mogen en kunnen komen. Met dit advies gaan gemeenten zelf een keuze maken over specifieke inrichting en locatie. Voorwaarde is het zorgvuldig omgaan met de natuur en het (open) landschap in de regio.
Meedoen aan wind- en/of zonprojecten
De West Brabantse overheden hechten sterk aan participatie van inwoners en bedrijven uit de regio. Door betrokkenen op de hoogte te houden en mee te laten doen hebben zij invloed. Ook willen gemeenten en projectontwikkelaars kijken hoe inwoners financieel kunnen participeren in wind- en/of zonprojecten. In de RES is het streven naar 50% participatie van de lokale omgeving. Dit kan via lokaal eigendom (mee-investeren en risico nemen) of via financiële afdracht (zoals omgevingsfondsen of omgevingsregelingen). Beide vormen versterken het lokaal eigenaarschap.
De oplossingen
In West-Brabant zijn in de afgelopen jaren al goede stappen gezet om de energievoorziening te verduurzamen. Een groot deel van de nieuwe opgave zal worden opgewekt met zonnepanelen op daken, een kleiner deel met zonneparken en 9 tot 12 extra windturbines. De regio verwacht ook een rol voor warmtenetten richting 2050. Eén van de oplossingen die wordt onderzocht is de mogelijkheid om restwarmte van de industrie bij Moerdijk beter te gebruiken. In pilots met lokale bronnen -warmte winnen uit de zon, water of bodem- beoogt West-Brabant de beste oplossingen voor de warmtevoorziening in de praktijk te leren kennen.
Uitvoering
De RES zal grotendeels uitgevoerd worden op lokaal niveau door gemeenten, initiatiefnemers en lokale samenwerkingsverbanden zoals energiecoöperaties. Het is daarbij belangrijk om lokale initiatieven goed te ondersteunen met expertise, tijd en/of geld. Daarnaast wordt ook de huidige regionale samenwerking de komende jaren voortgezet, om te zorgen voor afstemming tussen gemeenten, bijvoorbeeld voor de beschikbaarheid van netcapaciteit.
Beschikbare documenten
- Bekijk de RES 1.0
- Bekijk het Uitvoeringsprogramma
- Bekijk de Reactiebrief aan stakeholders en inwoners waarin u leest hoe de Stuurgroep West-Brabant is omgegaan met reacties vanuit de inwonersconsultatie, de werkateliers en de Klankbordgroep. En daarmee op welke manier adviezen een plek hebben gekregen in de RES 1.0 en het Uitvoeringsprogramma.
Verder beschikbaar:
- Rapport Maatschappelijke kosten-baten analyse
- Landschapsonderzoek
- Achtergrondrapport bij RES 1.0
- Rapportage uitkomsten internetconsultatie
- Verdieping rapportage uitkomsten internetconsultatie
Wilt u weten wat de verschillen zijn met de eerder gepubliceerde concept-RES?
Bekijk dan de RES 1.0 met revisies en het Achtergrondrapport met revisies.
Met het webinar ‘Zon, wind en warmte in West-Brabant’ informeert de RES West-Brabant inwoners en bedrijven over het opwekken en inzetten van duurzame energie in de regio. Dit webinar werd op 10 februari 2021 live uitgezonden. U kunt het webinar terugkijken:
Programma
Experts nemen u mee in de plannen en ontwikkelingen op het gebied van duurzame energie in onze regio. De uitzending is een afwisselend programma van gesprekken in de studio en filmpjes op locatie. U krijgt meer informatie over de omslag naar een duurzame energievoorziening en worden de plannen, het proces en gemaakte keuzes voor duurzame energie in de regio West-Brabant toegelicht.
Aanleiding
In het landelijke Klimaatakkoord is afgesproken dat we in Nederland in 2030 onze CO2-uitstoot met minstens 49% moeten verlagen. Hoe dat moet wordt onderzocht in 30 energieregio’s in Nederland. Elke regio bekijkt waar en hoe het best duurzame elektriciteit op land opgewekt kan worden. Daarnaast wordt ook gekeken naar duurzame warmtebronnen als alternatief voor aardgas. Dit plan noemen we de Regionale Energiestrategie (RES). De eerste versie van dit plan voor West-Brabant (RES 1.0) is inmiddels af.
Dát Nederland van het gas af gaan is duidelijk, maar hóe dat precies moet nog niet. Er zijn veel afwegingen die meespelen in het vinden van de nieuwe manieren om onze gebouwen te verwarmen. Eén van die afwegingen die we samen met energieregio Hart van Brabant hebben laten onderzoeken, is een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA). Wat kosten de verschillende oplossingen (investeringen, energie, isolatie)? En wat levert het op (hoeveel minder uitstoot, nieuwe banen, e.d.)?

Verschillende varianten bekeken
Het onderzoek, gedaan door SEO Economisch Onderzoek, geeft inzicht in de haalbaarheid van groot- en kleinschalige warmteoplossingen in beide regio’s. In de MKBA zijn een aantal varianten doorgerekend. In elke variant ligt de nadruk op een andere bron, bijvoorbeeld restwarmte uit een regionaal warmtenet, of op lokale warmtebonnen of op individuele all-electric oplossingen, aangevuld met extra energiebesparing. In totaal zijn zeven projectalternatieven onderzocht met verschillende warmtemixen, zoals hiernaast in de matrix te zien is.
De berekening
De kosten voor de alternatieven zijn berekend voor de periode 2020-2050. De kosten bestaan uit de investeringskosten, energiekosten, kosten voor energiebesparing en de emissiekosten. De baten van duurzame warmte bestaan uit de zogenaamde vermeden emissiekosten en de baten voor de arbeidsmarkt. De investeringen in de duurzame warmte zorgen namelijk voor meer werkgelegenheid.
Alle kosten en baten zijn vergeleken met een nul-alternatief. Het nul-alternatief wordt ook wel het uitgangspunt genoemd. Het beschrijft de ontwikkeling in de warmtevoorziening tussen 2020 en 2050 wanneer er geen extra investeringen plaatsvinden om de warmtevoorziening te verduurzamen. Het gebruik van aardgas neemt dan wel af, maar blijft voor veel huishoudens de belangrijkste brandstof (voor 75% in 2050).

Gunstigste alternatieven zijn niet toereikend
Figuur 2 beschrijft het MKBA-saldo (kosten en baten) per alternatief. Geen van de alternatieven laat een positief saldo zien.
Het meest gunstige alternatief (3A) is een combinatie van een regionaal warmtenet en groen gas. Het Amernet zou dan verder uitgebreid worden in combinatie met het gebruik van groen gas uit lokale bronnen voor een beperkt deel van de woningen. En toch komt het niet uit, er moet minimaal 1,4 miljard euro bij.
Dat houdt in dat de maatschappelijke kosten hoger zijn dan de maatschappelijke baten. De belangrijkste conclusies zijn:
1. Alternatieven gebaseerd op individuele warmte-oplossingen met vooral zonthermie en groen gas als warmtebronnen hebben de laagste kosten. Uit nader onderzoek in 2020 door CE Delft en SEO blijkt dat vanwege de beperkte beschikbaarheid slechts 10-20% van de gebouwen gebruik kan maken van groen gas. En afhankelijk van de mate van isolatie gebruik kan maken van hybride cv-ketels en zonthermie.
2. Alternatieven met een belangrijke rol voor een regionaal warmtenet en grote, hoge temperatuur warmtebronnen (zoals biomassa, restwarmte en geothermie) komen – na groen gas – als de meest gunstige alternatieven uit de MKBA.
3. Een collectieve warmtevoorziening gebaseerd op vooral lokale bronnen (o.a. aquathermie, bodemwarmte) en lokale netten leidt tot relatief hoge maatschappelijke kosten. Koppelen van deze lokale bronnen en netten aan een groter regionaal net biedt voordelen: er kunnen dan ook grotere, goedkopere bronnen worden gebruikt.
4. All-electric oplossingen hebben de hoogste maatschappelijke kosten, stelt de MKBA. De kosten én de onzekerheden zijn hoog.
5. Energie besparen is in principe kosteneffectief. Extra veel energie besparen, wat nodig is om woningen geschikt te maken voor lage temperatuur warmte of all-electric varianten, leidt echter ook tot fors hogere kosten.
Geld van het rijk is nodig
Deze studie toont aan dat er nog veel werk aan de winkel is. Zelfs in een regio waar de uitdaging relatief makkelijk is vanwege een bestaand warmtenet. De afweging van kosten en baten zijn nog niet positief en het uitgangspunt blijft een woonlastenneutrale verduurzaming van de regionale warmtevoorziening. Er zal geld moeten komen, maar niet van de regionale overheden. Het rijk kan antwoord geven op de vraag hoe we het probleem oplossen.
-> Bekijk het volledige rapport.
Op 30 november 2020 verscheen het artikel MKBA Brabant: duurzame warmte gaat geld kosten op de website van Binnenlands Bestuur. René Idema (procesbegeleider) en Greetje Bos (voorzitter regio West-Brabant) gaan hierbij in op de conclusies van het onderzoek.