Hallo waarmee kunnen wij jou helpen

Toon alle vragen Brabant Praat-forum Brabant Praat Techniek Proces van RES Energieregio West-Brabant Inwoners

Wethouder Klaar Koenraad: “Als gezamenlijke partijen hebben we beloofd om 2,2 TWh aan duurzame opwek van elektriciteit op land te realiseren. Om dit daadwerkelijk te realiseren zijn er tot 2,7 TWh aan projecten. Als er veel projecten niet door blijken te gaan, hebben de regionale overheden elkaar beloofd om met alternatieve projecten te komen om wel die 2,2 TWh te realiseren.”

Wethouder Klaar Koenraad: “De RES is vastgesteld door alle gemeenteraden, passend bij de toenmalige ambities van de gemeenten. Gemeenten zijn bezig met de uitwerking van de afspraken. Nieuwe ontwikkelingen en nieuwe coalities van gemeenten kunnen leiden tot aangepaste ambities, binnen de bestaande afspraken.”

Wethouder Klaar Koenraad: “Zie het antwoord op de voorgaande vragen. Aanpassing van ambities is mogelijk, passend binnen de gemaakte afspraken. Alleen met instemming van alle regionale overheden samen kunnen de afspraken worden aangepast.?

Wethouder Klaar Koenraad: “De RES was alleen bedoeld voor de plannen voor duurzame opwek op land tot 2030, volgend uit de landelijke afspraken in het klimaatakkoord. De plannen voor na 2030 zijn afhankelijk van de landelijke plannen voor de toekomstige energiestructuur.”

Wethouder Klaar Koenraad: “We werken met milieuregels om de hinder van windmolens beperkt te houden. Daarnaast wordt waar mogelijk ook gewerkt met regelingen, waarbij de direct omwonenden naast de hinder ook extra kunnen profiteren met bijvoorbeeld extra isolatiemaatregelen in de woning, of om mee te investeren in de molens.”

Procesbegeleider Victor van den Berg: “De molens die net over de grens van de regio staan, of komen te staan, worden meegewogen in de plannen. Mede daarom zijn de gemeenten Alphen-Chaam en Baarle-Nassau voorzichtig in de uitwerking van de zoekgebieden voor wind. Deze maken geen deel uit van de beloofde 2,2 TWh die rond 2030 in de regio zal worden opgewekt.”

Procesbegeleider Victor van den Berg: “De criteria zijn niet in harde getallen uitgedrukt. Het gaat om de weging van de verschillende belangen, waarbij op dit moment de systeemefficiëntie zwaarder willen laten meewegen. Dat gaat dan dus over kansen om in de komende periode wel aangesloten te kunnen worden op het net, zonder maatschappelijk draagvlak en ruimtelijke verdeling uit het oog te verliezen.”

Procesbegeleider Victor van den Berg: “Er worden gesprekken gevoerd met de regio’s om ons heen, om te zorgen dat de plannen op elkaar aansluiten.”

Procesbegeleider Victor van den Berg: “In sommige gevallen kunnen inwoners zelf investeren. Er zijn ook constructies waarbij een overheid de geld inzet om namens inwoners te investeren: het energiefonds Brabant. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij het project EnergieA16. Maar net als de huidige energiemarkt zullen er inderdaad ook externe partijen op de markt komen die in deze projecten investeren en daar invloed op zullen uitoefenen. Het idee achter 50% lokaal eigenaarschap is dus juist om meer geldstromen in de regio te houden en te benutten ten gunste van de inwoners.”

Procesbegeleider Victor van den Berg: “Dit kan voorkomen bij grootschalige projecten voor duurzame energieproductie. Soms zijn er mogelijkheden om het eigen verbruik en productie beter in balans te krijgen. Soms is dat haalbaar in combinatie met een opslagsysteem, of met een directe verbinding naar een naastgelegen bedrijf. Bij een goede balans is er soms geen grootaansluiting meer nodig. Aan de andere kant zijn de netbeheerders bezig met verschillende oplossingen. Ook kijken we naar kansen om bestaande aansluitingen beter te benutten, bijvoorbeeld door zon en wind samen op 1 aansluiting te combineren. Juist daarom kan het nodig zijn om te geplande duurzame opwek anders te verdelen in de regio.”

Procesbegeleider Victor van den Berg: “Ook dat is een belangrijke pijler van de RES, vooral als onderdeel van de plannen voor warmte. Tegelijkertijd gebeurt er ook al veel op het niveau van gemeenten en zijn er nieuwe verplichtingen voor bedrijven om te besparen. Het blijft en-en, dus zowel besparen als het opwekken van duurzame energie.”

Procesbegeleider Victor van den Berg: “Omdat de vraag van bestuurders aan dit burgerforum vooral gaat om het opwekken van duurzame energie op land. Er zijn in de regio nog maar weinig initiatieven voor duurzame opwek van warmte, maar die kunnen wel gaan komen. De vraag aan het burgerforum gaat vooral over de ruimtelijke verdeling van opwek en opslag van energie in de regio.”

Wij hebben willekeurige postcodes en huisnummers gekozen. Door loting hebben we uit alle aanmeldingen een groep deelnemers geloot. We hebben gebruik gemaakt van loting, omdat we een diverse groep mensen bij elkaar willen hebben. Zo hebben we in elke groep een goede mix van leeftijden en woonplaatsen.

We maken een verslag van de adviezen die we krijgen van jou en andere deelnemers. Die verwerken we in de nieuwe Regionale Energie Strategie die in 2023 verschijnt. In dit plan staat hoe we in de toekomst omgaan met energie. Hoe worden de woningen verwarmd? Waar wordt energie opgewekt? En op welke manier?

We bewaren jouw persoonlijke gegevens tot aan de bijeenkomsten. Daarna worden ze verwijderd. Ook de gegevens van de aanmeldingen publiceren, delen of bewaren we niet.

Ja. Heb je iets extra’s nodig, dan kun je dit aangeven op het aanmeldformulier. Eventuele extra kosten betalen wij voor je.

 

Ja, je mag iemand meenemen voor ondersteuning. Bijvoorbeeld iemand die je helpt met lopen of iemand die de informatie voor je vertaalt. Deze persoon mag zelf geen advies geven.

Ja. Zet in het aanmeldformulier dat je je reiskosten vergoed wilt krijgen. Wij regelen dan je kaartje voor het openbaar vervoer, of (deel)taxi. Of je krijgt een vergoeding.

Nee, dat is helaas niet mogelijk. Deze uitnodiging is persoonlijk.

Om je voor te bereiden kun je wat informatie bekijken via deze pagina. Aan het begin van de bijeenkomst geven we een presentatie, ook daar zit alle informatie in die je nodig hebt om mee te kunnen praten.

Nee, de opgave voor de RES richt zich op productie van duurzame energie in de periode 2020-2030 in de regio. Zoekgebieden voor een mogelijk nieuwe kernenergiecentrale zijn een zaak van de landelijke overheid. Een dergelijke centrale zal pas ruim na 2030 in bedrijf kunnen zijn.

Dit is op termijn zeker denkbaar, maar op dit moment zijn er nog geen concrete projecten uitgewerkt. Hiertoe is eerst nog nader onderzoek nodig. Die worden wel opgestart. Door het Traais Energie Collectief (TEC) wordt onderzocht of het mogelijk is om een geothermieproject te starten en dit te koppelen aan het collectieve warmtenet in Terheijden.

In het verwachtte verbruik is rekening gehouden met zowel een besparing van elektriciteit als een verdere toename van het verbruik van stroom bij huizen en bedrijven, vanwege elektrisch rijden, airco’s en warmtepompen. Zowel regionaal als nationaal. Overigens is de RES-opgave voor duurzame elektriciteit niet gebaseerd op het verwachtte gebruik in de regio, maar op de mogelijke bijdrage aan de landelijke van 35 TeraWattuur (TWh) aan grootschalige hernieuwbare elektriciteitsopwekking op land die voor 2030 moet worden gerealiseerd.

Deze verantwoordelijkheid wordt bij de initiatiefnemer neergelegd bij het afgeven van de vergunning. Aandachtspunt hierbij is dat we soms willen dat er ook landschappelijke of ecologische waarden worden gerealiseerd, die we graag zouden willen behouden. Hoe we dit goed willen regelen stemmen we nog af met de provincie.

In de RES houden we er rekening mee dat niet alle daken geschikt zijn voor zon op dak, door uit te gaan van het benutten van 25% van de bestaande grote daken (landelijk wordt gesteld dat 30% van grote daken technisch geschikt is voor zonnepanelen, rekening houdend met schaduw, technische constructies etc.). Daarnaast gaan we via het Versnellingsteam Zon op bedrijfsdaken en innovatie op zoek naar nieuwe oplossingen, bijvoorbeeld gezamenlijke opwek en uitwisseling van energie op een bedrijventerrein, lichtgewicht constructies, etc.

In de RES 1.0 zetten we vol in op het energie opwekken via zon op dak. Dat betekent dat er vooral veel zonnepanelen op daken bij gaan komen. Bij 8 gemeenten zijn er plan voor zonnevelden, die dan goed in het landschap moeten passen. We wekken al veel energie op via wind. Er staan nu 130 windmolens in onze regio en tot 2030 komen daar zo’n 10 molens bij.

Hoe gaat zon en wind ingepast worden in West-Brabant? We kijken in West-Brabant hoe we zorgvuldig gebruik kunnen maken van de ruimte. We kiezen in de RES 1.0 voor een kleine uitbreiding van bestaande windenergie. We hebben namelijk al veel windmolens, er staan al ruim 130 windmolens in de regie. In de RES 1.0 komen er tot 2030 zo’n 10 windmolens bij.

We gaan namelijk maximaal inzetten op zonne-energie op dak. Dat betekent dat er veel zonnepanelen bij zullen worden geplaatst op daken. Ook zijn er plannen voor een beperkt aantal zonnevelden. Hoe gaan we om met duurzame warmte? We willen vooral energie besparen door isolatie en technische oplossingen. We verwachten een grotere rol voor warmtenetten in 2050. Er is nog veel onzeker over de beschikbaarheid van duurzame warmtebronnen. Daar gaan we in het komende jaar onderzoek naar doen.

Er wordt nu gewerkt aan de TransitievisieWarmte. Dat is een beleidsdocument dat een eerste richting geeft aan de aanpak van het isoleren en aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving. Iedere gemeente moet voor het einde van 2021 een transitievisie warmte hebben vastgesteld. Op momenten dat het voor jou logisch is, kun je natuurlijk alvast je woning verbeteren. Vaak is isoleren een goede eerste stap. Gemeenten hebben ook regelingen om je te ondersteunen bij het verduurzamen van je woning.

In de RES staat een aanvullende ambitie van 0,2 TWh boven op de elektriciteitsdoelstelling van 2,0 TWh. Deze ambitie moet gerealiseerd worden met innovatieve technieken. Zo kunnen we de regionale innovatieve kracht benutten en versterken.

Die ambitie biedt ook zicht op werkgelegenheid voor langere termijn. Denk bij innovatieve projecten bijvoorbeeld aan energieleverende gevels, transparante panelen op overkappingen, transparante zonnepanelen bij fruittelers, waterkracht, opslagtechnieken en drijvende zonnepanelen op water.

Verbinden en challenges organiseren

Het is belangrijk om verbindingen te leggen tussen bedrijven en organisaties met vraag naar en aanbod van experimentele oplossingen en door ‘challenges’ te organiseren. Dit gebeurt via het bestaande platform van de Stichting Brabant Geeft Energie, en in samenwerking met Biovoice, de BOM en REWIN. Ook potentiële opdrachtgevers (als woningcorporaties, en vastgoedeigenaren) wordt gevraagd om budget te reserveren voor innovatieve opdrachten en investeerders, zoals banken, om investeringsproducten aan te bieden.

Iedereen kan meedoen

In het Klimaatakkoord wordt gesproken over het streven om te zorgen dat van alle nieuwe duurzame energie 50% lokaal eigendom wordt. Dit betekent dat mensen in de omgeving de kans krijgen om eigenaar te worden van een zon-of wind project. Dat kan op verschillende manieren, via fondsen, door aandelen te kopen of door samen eigenaar te worden via bijvoorbeeld een energiecooperatie.

Hoe wordt dit aangemoedigd?

Het streven is dus dat bij wind- en zonprojecten op land 50 % eigendom is van de lokale omgeving. Die 50% is juridisch niet af te dwingen. Het is daarom belangrijk dat gemeenten in hun beleid een verplichting opnemen aan initiatiefnemers om zich maximaal in te spannen om draagvlak te werven, waarbij we streven naar financiële participatie.

  • Er is een Energiefonds om namens de omgeving als medefinancier te investeren
  • Er is een Ontwikkelfonds in oprichting. Dit fonds ondersteunt initiatiefnemers door voorfinanciering van ontwikkelkosten van een duurzaam project en met professionele expertise.

Ook is er samen met lokale afdelingen van ZLTO en VNO-NCW een regionaal Versnellingsteam Zon op bedrijfsdaken ingesteld. Deze ondersteunt -samen met gemeenten- een gebiedsgerichte aanpak voor agrarische bedrijven en bedrijventerreinen.

De uitvoering van de RES vindt vooral lokaal plaats onder regie en verantwoordelijkheid van individuele gemeenten. Maar we blijven ook regionaal en met stakeholders (belanghebbenden) samenwerken. Zo is er met stakeholders gewerkt aan zogeheten publiek-private ‘RES-deals’ om de uitvoering van de RES te versnellen en mogelijk te maken.

Op de volgende onderwerpen is een RES-deal gesloten:

  • Lokaal eigenaarschap
  • Regionale warmte infrastructuur
  • Energieke Innovaties.

Zoals je weet, is de RES niet in steen gegoten. De overheden blijven op regionaal niveau samenwerken en afstemmen bij de uitvoering en uitwerking van RES 2.0. Want de opgave houdt niet op bij de gemeente grens. Waarom blijft die regionale samenwerking belangrijk?

  • Er is nog steeds overleg nodig, bijvoorbeeld afstemming over de netcapaciteit.
  • Er zijn keuzes te maken over de inzet van bovenregionale warmtebronnen en de ontwikkeling van netten.
  • Er is samenwerking nodig met stakeholders.

Energietransitie is veel werk voor gemeenten – door samenwerking kunnen gemeenten elkaar op bepaalde onderdelen ondersteunen.

Ons energienet is aangelegd om te voorzien in de vraag naar energie. Nu moet dit net in fors tempo gaan voorzien een groot aanbod van duurzaam opgewekte elektriciteit. Dat vraagt om een grotere netcapaciteit. Dit heeft invloed op de mogelijkheden in West-Brabant. Er is een tekort aan transport (transportschaarste) voor bepaalde stations. Ook de capaciteit op het landelijke net van Tennet is ook een beperkende factor. Het betekent dat nieuwe aanvragen voor grootschalige initiatieven op een wachtlijst komen.

Dat betekent voor gemeenten:
Dit heeft als gevolg dat gemeente op korte termijn vooral kunnen inzetten op kleinere initiatieven (vaak zon op dak). De realisatie van nieuwe, grootschalige opwek (vaak zon op veld) vindt komende jaren nog niet plaats. Waarschijnlijk komt er na 2025 extra capaciteit beschikabaar.
Dit betekent voor de RES:
De opgave in de RES is voor 2030. De komende jaren wordt transportcapaciteit fors uitgebreid.Het gaat er niet om óf we kunnen aansluiten, maar wanneer we kunnen aansluiten. De RES organiseert een Programmeringsoverleg om de beschikbare netcapaciteit in de regio zo goed mogelijk te benutten. Enexis maakt voor elke gemeente een overzicht van (grotere) projecten die wel of niet te maken krijgen met de transportschaarste. Enexis maar ook Tennet breidt de teruglevercapaciteit de komende jaren uit.
Mening van inwoners en belanghebbenden
Bij het schrijven van de RES is ook de mening gevraagd aan inwoners en stakeholders. Er waren daarbij veel overeenkomsten. Belanghebbenden (stakeholders) vinden net als inwoners het behoud van het open landschap en betaalbaarheid van de energie van de toekomst belangrijk. En zowel inwoners als stakeholders willen graag aandacht voor innovatie. Mensen vinden het belangrijk om mee te praten over/ mee te werken aan de concrete invulling van projecten.
De keuzes die hieruit zijn gemaakt
Op basis van de inbreng is besloten vol in te zetten op zon op dak. Dat kan ook in onze regio omdat we al best wat windturbines hebben staan. We gaan een beperkt aantal nieuwe zon op veld projecten uitvoeren en we spreken hier tegelijkertijd een limiet over af. En bij de windenergie die er bij komt, hebben we nadrukkelijk gekeken naar het uitbreiden van bestaande windparken. De inbreng van stakeholders en inwoners is verzameld in een reactiebrief waarin ook staat beschreven hoe er met de inbreng is omgegaan.

Hoe is er omgegaan met de inbreng van inwoners?

Hoe hebben inwoners eigenlijk kunnen meedenken over de totstandkoming van de RES? Er is vanuit de energieregio een enquete en een online research community uitgezet. Daarnaast heeft iedere gemeente op zijn eigen manier het gesprek met de inwoners over de energietransitie gevoerd. Al die resultaten zijn gebundeld. Hierdoor weten we dat bijna iedereen op de hoogte is van de energietransitie. Veel mensen maken zich zorgen over de betaalbaarheid ervan. Ze verwachten van de gemeente dat die wegwijst en stimuleert, zodat iedereen mee kan doen.

In gesprek blijven 
Inwoners hebben aangegeven dat ze het heel belangrijk vinden om er met elkaar en de overheid over in gesprek te gaan en te blijven. Ook als ze eigenlijk tegen de energietransitie zijn en tegen het plaatsen van windmolens en zonnevelden.De inbreng van stakeholders en inwoners is verzameld in een reactiebrief waarin ook staat beschreven hoe de energieregio West Brabant is omgegaan met de inbreng.

 

We wonen in een schitterend gebied, maar moeten er tegelijkertijd voor zorgen dat de energievoorziening nu en in de toekomst betaalbaar blijft. Daarom kijken we met de RES hoe de energie van zon en wind zo goed mogelijk gebruikt kan worden. Ook onderzoeken we tegelijkertijd hoe we innovatie en technieken van de toekomst daarbij kunnen (gaan) inzetten. Natuurlijk moet er ook aandacht blijven voor fijn wonen en recreëren. Dat vraagt een enorme betrokkenheid van ons allemaal. De vrijheid en ruimte die we voelen, willen we in de toekomst ook blijven voelen.

Nederland is voor het maken van een RES opgedeeld in 30 energieregio’s of RES-regio’s. Elke energieregio heeft de opdracht om een RES op te stellen. De regio’s zijn gevormd op basis van bestaande samenwerkingsverbanden. Meer informatie over over de andere regio’s is te vinden op de website van het Nationaal programma RES.

Na de ondertekening van het Klimaatakkoord zijn gemeenten, provincie, waterschap, netwerkbeheerders en andere partijen formeel gestart om met elkaar de RES te schrijven. Dit doen ze allemaal op basis van een startnotitie. In zo’n startnotitie staan alle afspraken over wat er in de RES moet komen te staan. Ook wordt beschreven hoe het proces er uit ziet en wie erbij betrokken zijn. Hierop volgt de contourennotitie en hierop volgt de concept RES, deze laatste is in het tweede kwartaal van 2020 aangeboden aan het Nationaal Programma RES en het Rijk (Planbureau voor de Leefomgeving).

Het Rijk bekijkt vervolgens de concept RES

Op basis van het concept kijkt het Rijk of de voorgestelde strategieën genoeg bijdragen aan het grootschalig opwekken van duurzame elektriciteit op land (35 TWh). Is dat gelukt? Dan kunnen de energieregio’s verder aan de slag en werken aan de definitieve versie, de RES 1.0. Daarin worden plannen concreet gemaakt. De eerste versie van dit plan voor West-Brabant (RES 1.0) is inmiddels af.

Elke regio bekijkt de RES elke twee jaar opnieuw

De RES wordt niet in steen gegoten, elke regio bekijkt het document elke twee jaar opnieuw. Gaat de uitvoering zoals gepland, moet er worden bijgestuurd of moeten er nieuwe projecten worden opgenomen? Dan wordt er een nieuwe RES gemaakt. Zo ontstaan er telkens nieuwe versies die meebewegen met recente maatschappelijke of technologische ontwikkelingen.

   -> Bekijk waar we nu staan in het proces.

De RES is een document waarmee de energieregio West-Brabant de opgaven uit het Klimaatakkoord voor 2030 uitwerkt. Met de RES zorgen we tegelijkertijd voor een hechte samenwerking binnen de regio. Daardoor kunnen we ons goed voorbereiden op gezamenlijke energieprojecten die uit de RES ontstaan. Het is belangrijk dat we bij het vormen van de RES ook andere partijen betrekken, zoals ondernemers, inwoners en organisaties. Tijdens het maken van de RES staan we voor keuzes, waarvoor er vanuit verschillende hoeken genoeg draagvlak nodig is.

Als energieregio samen duurzame energie opwekken

Het maken van een RES is één van stappen die volgt uit het Klimaatakkoord. Samen hebben we besloten dat alle energieregio’s met elkaar zorgen voor een opwek van 35 TWh op land in 2030. De RES geeft ook aan wat het aanbod van duurzame warmtebronnen en de warmtevraag van de gebouwde omgeving is. Dit is essentieel, want het heeft gevolgen voor de  benodigde opslag en energie-infrastructuur.

Daarnaast is er afgesproken dat er een goede verdeling van deze duurzame warmtebronnen ontstaat. Deze afspraken worden verder vormgegeven door regionale overheden (gemeenten, waterschappen en provincie).

De RES beweegt mee met ontwikkelingen en inzichten 

De RES wordt om de 2 jaar aangepast, zodat we kunnen inspelen op ontwikkelingen, nieuwe inzichten en technologische innovaties.

Nederland wil zich natuurlijk aan de internationale klimaatafspraken houden. In 2015 tekenden we daarvoor al het akkoord van Parijs. De energietransitie is één van de belangrijke opgaven van de komende tijd, kunnen we lezen in het regeerakkoord. In de Klimaatwet staat het doel om 49 procent minder CO2 uit te stoten in 2030 ten opzichte van 1997. In 2050 moet dit zelfs 95 procent minder zijn.

Alle 30 regio’s leveren hun concept in bij het Rijk

Dit kunnen we als land alleen samen bereiken – de energieregio’s spelen dus een zeer belangrijke rol. Het doel is dat alle 30 energie-regio’s met elkaar de landelijke opgave van 35 TWh invullen.

Wat als we er niet uit kunnen komen?

Lukt dit niet, dan moet het restgetal door de 30 regio’s onderling verdeeld worden. Als de regio’s niet zelf tot een verdeling komen zal een landelijke verdeling worden toegepast. Met andere woorden, de energieregio’s kunnen nu zelf keuzes maken vanuit samenwerking en mogelijkheden. Wat gebeurt er als er geen RES ontstaat? Dan zal het Rijk keuzes gaan maken, die direct op de regio’s van invloed zijn. Een nauwe samenwerking bij het vormen van de RES is dus erg belangrijk.